Van concurrentie naar samenwerking: duurzame innovatie in de schoonmaakbranche
Tijdens het Facto Congres 2025 verzorgden Asito, CSU en Gom gezamenlijk een kennissessie met de titel “Van concurrentie naar samenwerking: hoe Asito, CSU en Gom hun krachten bundelden voor duurzame verandering”. Als concreet eerste project binnen de samenwerking werden de Gloovy Eco Gloves behandeld. Dit voorbeeld dat liet zien hoe gezamenlijke initiatieven duurzame verandering in de facilitaire sector kunnen versnellen.
Samenwerking als sleutel

Na de introductie door moderator Marco Konter en de voorstelronde van de experts, trapte Jose Albring (Asito) af met het verhaal over het ontstaan van de samenwerking. Wat begon met enige onwennigheid, groeide al snel uit tot een samenwerking gebaseerd op vertrouwen. Door bewust uit de eigen bedrijfsbubbel te stappen, konden de schoonmaakbedrijven gezamenlijk onderwerpen oppakken die in hun eentje veel lastiger te realiseren zouden zijn.
Jose benadrukte dat een enkel bedrijf dit alleen nooit had kunnen realiseren: juist door samenwerking ontstaat schaalgrootte en slagkracht. Dat maakt het eenvoudiger om samen met leveranciers en distributiepartners écht impact te maken.
Gloovy Eco Gloves als praktijkvoorbeeld
Daarna ging Dirk van Hedel (Gom) dieper in op de concrete case van de Gloovy Eco Gloves. Hij lichtte de omvang toe van het handschoengebruik in de schoonmaakbranche en de bijbehorende CO₂-impact. De samenwerking maakte het mogelijk om niet alleen de bestaande handschoen te verduurzamen, maar ook nieuwe verbeteringen te ontwikkelen in pilots met Gloovy. Inmiddels wordt er zelfs gewerkt aan inzameling na gebruik, met als doel recycling tot granulaat en idealiter hergebruik voor nieuwe handschoenen, met aanvullende duurzaamheidsvoordelen.
Verandering lukt alleen met draagvlak en eigenaarschap

Willemeike van Seggelen (CSU) benadrukte dat verandering alleen slaagt als er draagvlak en eigenaarschap is: “je moet het samen doen.” Dat betekent ook het actief betrekken van de collega's die de handschoenen daadwerkelijk gebruiken. Hun feedback ophalen, evalueren en samen verbeteringen doorvoeren is essentieel om verduurzaming echt te laten landen in de praktijk.
Door gebruik en communicatie op de werkvloer ontstond bovendien belangstelling bij andere partijen. Zo zag een cateraar op een locatie de handschoenen en de inzameling, en besloot zich daar ook bij aan te sluiten. Dit versterkt de samenwerking en vergroot de impact buiten de schoonmaakbranche zelf.
Vervolg: meer dan alleen handschoenen
De samenwerking stopt niet bij de Gloovy Eco Gloves. Via de design thinking-methodiek hebben twee masterstudenten samen met Asito, CSU en Gom gekeken naar aanvullende duurzaamheidsuitdagingen. Een belangrijk nieuw onderwerp is materiaalverspilling bij contractwisselingen. Vaak worden bij de overgang van een oude naar een nieuwe leverancier materialen niet duurzaam doorgegeven of hergebruikt. Hiervoor is door de studenten samen met de drie bedrijven een praktisch model ontwikkeld, dat momenteel wordt getest in pilots.
De gezamenlijke ambitie is duidelijk: continu doorontwikkelen, leren en nieuwe stappen zetten. De samenwerking smaakt naar meer. Inmiddels is ook EW als deelnemer aan dit initiatief toegetreden.
Interactief deel: stellingen en discussie
In het interactieve deel werden deelnemers uitgedaagd om letterlijk positie te kiezen bij een prikkelende stelling. Bij de stelling “Duurzaamheid wordt pas écht serieus genomen als het financieel voordeel oplevert” bleek de groep verdeeld: ongeveer vijftig procent stond aan de eens-kant, de andere helft aan de oneens-kant.

De argumenten liepen uiteen. Meerdere deelnemers gaven aan dat duurzaamheidsinitiatieven vooral kans maken als ze kostenbesparingen opleveren. Tegelijkertijd werd benadrukt dat dit vaak een keuze is: duurzaamheid wordt sneller omarmd wanneer het financieel voordeel oplevert, maar vraagt soms ook om bewuste investeringen. Deelnemers die het oneens waren, wezen op het groeiende bewustzijn en het feit dat duurzaamheid een steeds belangrijkere rol speelt bij aanbestedingen, ook los van de directe financiële voordelen. Tegelijkertijd klonk de kanttekening dat wanneer financiële uitdagingen groter worden, duurzaamheid in de praktijk soms toch naar de achtergrond verdwijnt.
Meerdere deelnemers gaven aan dat er organisaties zijn die duurzaamheid intrinsiek veel waarde toekennen, maar dat het onderscheidend vermogen in de prijs wel grenzen kent. Daarmee werd duidelijk dat de rol van financiële prikkels en intrinsieke motivatie in duurzaamheid sterk kan verschillen per organisatie.
Interactief deel: prioriteiten en ideeën uit de zaal
Een tweede interactieve werkvorm vroeg deelnemers hun duurzaamheidsprioriteiten te noteren op post-its en te delen. Dit leverde een breed palet aan thema’s op waarin schoonmaakbedrijven een rol kunnen spelen:
- Afval en materialen: vermindering van waste, betere scheiding bij de bron, afvalreductie in de hele keten, hergebruik van materialen, navulbare middelen en samenwerking op campussen en bedrijventerreinen.
- Sociale duurzaamheid: inzet en duurzame inzetbaarheid van medewerkers, inclusiviteit, vitaliteit, scholing en het benutten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
- Bewustwording en samenwerking: vergroten van bewustzijn bij schoonmaakpersoneel, samenwerking met andere branches zoals horeca en catering, en een adviesrol richting opdrachtgevers over verduurzaming.
- Innovatie en technologie: robotisering om repeterende werkzaamheden te verminderen, elektrificatie van wagenparken, datagedreven schoonmaak en monitoring van afvalstromen.
- Scope 3 en ketenimpact: meer inzicht in CO₂-footprints van toeleveranciers en disposables, transparantie in de keten en bredere samenwerking bij recycling en restverwerking.
De ideeën uit beide sessies lieten zien dat duurzaamheid in de schoonmaaksector veel breder wordt opgevat dan alleen productinnovatie. Het gaat om mens, middelen én samenwerking in de hele keten.
Wat nemen deelnemers mee?
Aan het einde van de sessies werd deelnemers gevraagd om te delen wat zij concreet meenemen. De reacties waren positief en benadrukten vooral de kracht van samenwerking:
- Inspiratie om over de eigen sectorgrenzen heen te kijken, de bevestiging dat samenwerken met concurrenten loont, en de oproep om in tenders meer aandacht te besteden aan overdracht en hergebruik van materialen. Veel deelnemers gaven aan dat samenwerking méér impact oplevert en motiveert om zelf ook verbinding te zoeken met concullega’s.
- De nadruk lag daarnaast op kennisdeling, innovatie door uit de eigen bubbel te stappen en het belang van volhouden, ook bij tegenwind. Deelnemers spraken hun waardering uit voor het initiatief en gaven aan dat dit voorbeeld hen inspireert om in hun eigen branche duurzamer samen te werken.
Conclusie

De kennissessie liet overtuigend zien dat samenwerking tussen concurrenten niet alleen mogelijk is, maar ook noodzakelijk om duurzame impact te realiseren. De casus van de Gloovy Eco Gloves vormt een inspirerend startpunt, maar de ambitie reikt verder: van recycling tot het tegengaan van materiaalverspilling bij contractwissels en bredere ketensamenwerking. De feedback uit de zaal onderstreepte dat de facilitaire sector klaar is om samen nieuwe stappen te zetten richting een circulaire toekomst.